Dag 23, 27/09 (Oei, het eind komt in zicht..)

28 september 2018 - Nusa Ceningan, Indonesië

Je zou verwachten dat je op een plek als dit lekker zou slapen toch? Nou, bij Bart is dat gelukt! Die was niet wakker te krijgen. Tessa daarentegen heeft meerdere uurtjes gezien en stapte om 0730 uur het bed maar uit, waarna ze koffie is gaan halen en aan het zwembad is gaan zitten. Toen Bart er ook eenmaal uit was, hebben we ontbeten met een pineapple juice, pisang juice, een pisang pancake en toast met omelet. Dit was een goede toast zeg! Niet klef, goed knapperig en voldoende beleg én met een fantastisch uitzicht op de zee. Na het ontbijt hebben we bekeken waar we vandaag heen wilden gaan. Op de scooter, met alle zwemspullen bij ons, zijn we naar Secret Beach op Nusa Ceningan gereden. Dit strand ligt bij een resort met villa's dus het is niet anders dan je moet betalen om er te komen en er van te genieten, al was het niet veel, per persoon moest je minimaal 35.000 rupiah uitgeven. Wilde je gebruik maken van het zwembad, dan totaal 100.000 rupiah, dat hoefde voor ons dan niet per se. Die 35k had je hier makkelijk uitgegeven, wantp waar je normaal 15k voor een fris betaalde, betaalde je nu 30k, bier of niet, alles gelijke prijzen en dan kwam de service en tax er nog bovenop. Terwijl de golven tegen de rotsen sloegen, zaten wij op een kussen aan een lage tafel te genieten van het opspattende water. Tessa heeft deze vakantie weinig rust in de kont gehad, maar Bart had dat nu net zo goed niet. Nog voor Tessa haar drankje op had, stelde Bart alweer voor om te gaan, en dat was niet omdat de omgeving niet mooi was. Op de weg terug, waar we op de heenweg linksaf zijn geslagen, zijn we nu rechtdoor gereden, er stond niks op de kaart, ja een doodlopende weg, we gingen op onderzoek uit en kwamen aan de andere kant van de rotsen van Secret Beach uit. Wat een rustige plek was dit, geen toeristen, geen huizen, gewoon natuur en zo zijn we nog wat stukjes afgegaan en kwamen we voor het eerst veel koeien tegen, welke heilig zijn voor de Hindoestaanse cultuur. Wat we ook hoorden van onze gids uit Sidemen, is dat de oude koeien geruild worden voor jonge koeien, de Javaanse bevolking eet namelijk wel koeienvlees. Vervolgens zijn we naar Blue Lagoon geweest waar we het geluk hadden dat er geen toerist te bekennen was en wij het natuurgebied weer voor onszelf hadden. Blijkbaar stonden zij op een ander punt, uit het zicht van onze fotoshots, want toen we wat meer naar de rand kwamen, zagen we wel een groepje mensen. Na de Blue Lagoon zijn we gaan lunchen bij Yuyu Resto. Wat waren we gelukkig met eindelijk weer een goede juice! De tijd tussen de bestelling en het opdienen van het eten duurde lang, maar dat leek in dit geval een goed teken te zijn, we hoorden ook veel geluiden van werkzaamheden uit de keuken komen en het rook steeds lekkerder. Bart had een mie goreng, eigenlijk altijd lekker op smaak, maar deze was erg goed en Tessa een sandwich Ceningan met kip en tonijn, welke ook erg lekker was. Fijn om weer eens verwend te worden. Na het eten zijn we naar Nusa Lembongan gereden en zochten naar Devil’s Tear, iets wat bekend is, want onderweg zagen we heel veel busjes met toeristen er vandaan komen, in de hoop dat het nu niet zo druk zou zijn. Het was slecht aangegeven, de scooter hebben we ergens bij Sandy Beach neergezet en zijn lopend verder gegaan. Zo hebben we ook gelijk Sandy Beach gezien, heel mooi wit strand, in een baai, maar de golven te wild om erin te zwemmen, je zou zo tegen een rots kunnen klappen. Over de rotsen, met het idee dat Devil’s Tear verder zou moeten liggen, zijn we gaan lopen, klimmen viel wel mee. En we waren niet de eersten die hier liepen, want er waren blokken aangelegd om de route makkelijker te maken. Eenmaal boven zagen we scooters staan, er was dus ook een andere weg om bij Devil’s Tear te komen. Links zagen we een hele groep mensen staan, voornamelijk spierwitte Aziaten met paraplu's en grote hoeden, om hun gezicht maar niet al te bruin te laten worden, die kant zijn wij dus ook opgelopen. Dit moest het dus zijn, Devil’s Tear, waar het water het hoogst tegen de rotsen aan knalt en het zou natuurlijk heel vet zijn als je dat, met jezelf, op de foto kan krijgen. En daar is geduld voor nodig. Aan de overkant van de plek waar wij stonden, zagen we het vaker omhoog komen en er waren minder toeristen, dus toen het maar erg lang duurde voordat er een golf tegen de rots sloeg, zijn we gaan verplaatsen. Hier hebben we wat mooie foto's kunnen schieten. Van een gids die met een familie mee was, vingen we op dat het water relatief rustig was en dat juist in de ochtend de mooiste en hoogste opspattingen te zien zijn. Inmiddels vonden we dat we voor vandaag genoeg gedaan hadden, want we zouden ook op een strand gaan ploffen en een beetje zwemmen, maar hier op het eiland zijn maar weinig plekken waar je de zee in mag om af te koelen. Na een bezoekje aan de supermarkt zijn we met al onze niet gebruikte zwemspullen, inclusief waterschoentjes, want daar hadden we wel aan gedacht, rond 1630 uur terug gegaan naar ons hutje en zijn we gaan chillen bij ons eigen zwembad. Er was niemand, alleen wij twee, wat al snel opgemerkt werd, want de fonteintjes werden aan gezet. Na een duik en een plons en even 'me-time', zagen we dat het niet lang meer duurde voordat de zon onder ging. We bestelden een spring roll, want we hadden inmiddels wel weer een beetje trek gekregen, wachtten we totdat de zon onder ging, gewoon vanaf ons verblijfstekkie zagen we de zon in de zee verdwijnen. Na de spring rolls zijn we gaan douchen om vervolgens naar het restaurant te gaan die we gister al op ons favorietenlijstje hebben gezet en waar we vanmorgen langs zijn geweest of ze open waren vanavond. Eenmaal bij het restaurant was het vol, bijna alle tafels waren bezet, maar degene waar wij aan gingen zitten, was gereserveerd. Aan de bar zitten was voor ons ook geen probleem, maar voor de medewerkers wel. Twee tafels waren bijna klaar, daar konden wij wel op wachten. Ruim een uur later hadden wij dan ook een plekje, hadden wat te drinken en het eten was besteld. Was het het wachten waard? Mwoah, nou nee. Maar misschien als we alleen waren geweest, hadden we een fantastisch gerecht gehad, want de drukte van vanavond konden ze nauwelijks aan. Tessa had een beef rendang die lekker smaak was, maar de beef had zachter gekund en er had meer saus bij gemogen, maar dat is overal wel zo. Pluspunt was wel dat er heel weinig vet bij zat, anderzijds zou de beef er wel zachter door zijn.. Bart had een Thai kip curry, die eigenlijk best heel flauwtjes was. Bij de bestelling hebben we aangegeven of het een beetje pedas (pittig) mocht zijn, dat had voor ons wel meer gemogen met als gevolg dat we er een schaaltje gechopte chilipepers bij besteld hebben, waarmee het gerecht gelijk lekkerder werd. Als toetje kennen ze hier geen dadar gulung, de ober kende het wel, dat wordt hier voornamelijk op bruiloften gegeten, maar ook wel als ontbijt, maar ze hadden het vanavond niet in de keuken beschikbaar. Wel iets dat er op lijkt, een pandan pannenkoek met mango, banaan en kokos, die hebben we geprobeerd, maar het is niet iets wat we nog een keer zouden bestellen. Ook de fried bananas zijn niet hetzelfde als de pisang goreng, al lijkt de betekenis hetzelfde te zijn, ook die slaan we de volgende keer maar over. Na het eten reden we terug naar een soort van uitgaansgelegenheid, wat er op de heenweg heel gezellig uit zag, alleen misten de mensen nog, maar ook om 2100 uur was er niemand en zijn we terug gereden naar The Sand waar we een biertje en een wijntje hebben gedronken. Daarna sloeg de vermoeidheid erin en zijn we terug gegaan naar ons hutje, waar we weer vroeg zijn gaan slapen.

2 Reacties

  1. Kitty:
    28 september 2018
    Stelletje lekkerbekken🤣
  2. Marian van Luijk:
    28 september 2018
    Smikelen en smullen gaat jullie goed af. Geniet nog maar dubbel, want Nederland wordt weer wat kouder. Kussss